Nog even... jouw stem telt!

0d 0h 0m 0s

Blog

De laatste ontwikkelingen rond HELDER

Schriftelijke vragen: Verkoop gronden t.b.v. sociale woningbouw aan maatschappelijkeinitiatieven

Aanleiding  
 
Recent hebben wij de woonlocatie Tulpenborgh bezocht te Noordwijk en een gesprek gehad met bestuursleden van stichting Tulpenborgh.  
Tulpenborgh is een wooninitiatief, opgezet door ouders. Op de locatie aan de van de Mortelstraat te Noordwijk, wonen 8 jong volwassenen met een verstandelijke beperking en een vorm van ASS (aan autisme verwante contactstoornis). Zij wonen op de begane grond in individuele appartementen en maken gebruik van 1 gezamenlijke ruimte. 
 
De verkoop van deze locatie vond plaats onder de voorwaarde dat er op de begane grond 8 appartementen zouden worden gerealiseerd voor de jongeren met een verstandelijke beperking en een vorm ASS én dat de huur onder de maximale sociale huurgrens zou blijven. 
 
Alle 8 jongvolwassen ontvangen een Wajong uitkering. Zij vallen onder de WLZ en hebben een indicatie variërend van VG3 tot VG6. De zorg wordt ingekocht en betaalt vanuit het PGB van de bewoners. De verhuurder heeft in de huurovereenkomst de maximale sociale huurgrens opgenomen. Daarbuiten moeten deze huurders een huurbedrag voor het gebruik van de gezamenlijke ruimte afdragen. De huurlast van de gezamenlijke ruimte zit dus niet verdisconteerd in de huurprijs. Het gebruik van de inpandige fietsenstalling is wel inbegrepen in de huursom.  
 
De grond werd, onzes inziens, tegen een gunstige kostprijs aan de bouwonderneming gegund vanuit het oogpunt dat er sociaal maatschappelijk gebouwd zou worden voor een specifieke doelgroep. 
 
De jongvolwassenen maken gebruik van de bovengenoemde gezamenlijke ruimte in de vorm van een huiskamer om de interne sociale contacten te versterken, zodat zij leren om zich socialer en krachtiger te kunnen opstellen. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een dergelijke ruimte opgenomen in de huursom. Deze kosten worden heden gedragen door de ouders, omdat de jongvolwassenen niet voldoende draagkrachtig zijn. Zonder de financiële inbreng van de ouders, kunnen de jongvolwassen niet aan de huursom voldoen. Daar de functie van de gezamenlijke huiskamer belangrijk is voor de sociale ontwikkeling van deze jongeren hebben de ouders daarom noodgedwongen ingestemd met de voorwaarden van kosten gebruik huiskamer.  
 
Lijst Salman Noordwijk en HELDER maken zich zorgen om de geschetste situatie en stellen daarom schriftelijke vragen om tot meer (in)zicht op het proces te komen. Zodoende kan er worden beoordeeld of een dergelijke situatie in de toekomst kan worden voorkomen en de kansengelijkheid beter onvoorwaardelijk kan worden geborgd.  
 
 
Vragen 
1. Kan het college bevestigen dat bij de verkoop van de locatie aan de Van de Mortelstraat de voorwaarde is gesteld dat er 8 appartementen voor jongvolwassenen met een verstandelijke beperking en een vorm van ASS zouden worden gerealiseerd, binnen de maximale sociale huurgrens? 


2. Is het college op de hoogte van de huidige praktijk waarbij de huurders, naast de sociale huur, een aanvullende bijdrage moeten betalen voor het gebruik van de gezamenlijke ruimte? Zo ja, acht het college dit in lijn met de oorspronkelijke afspraken over de sociale huur? 


3. Klopt het dat deze aanvullende kosten momenteel door de ouders van de bewoners worden gedragen, omdat de bewoners, die allen een Wajong-uitkering ontvangen, hiertoe niet financieel in staat zijn? 


4. Acht het college het wenselijk dat deze kwetsbare doelgroep feitelijk afhankelijk is van de financiële draagkracht van hun ouders om zelfstandig te kunnen wonen op een plek die bedoeld is als sociale beschermde woonomgeving? 


5. Kan het college uitleggen hoe het verschil in de maandelijkse huurlasten is ontstaan tussen de appartementen van 45m² binnen Tulpenborgh (inclusief fietsenstalling) en de sociale huurappartementen boven het ouderinitiatief, die ca. 65m² beslaan, maar ongeveer dezelfde huurprijs kennen? Acht het college dit verschil gerechtvaardigd binnen het kader van sociale woningbouw? 


6. Is het college op de hoogte van de situatie bij het tegenovergelegen complex De Rederijker, waar eveneens sprake is van gemeenschappelijke ruimtes? Wie draagt daar de kosten voor deze ruimtes en hoe verhoudt deze situatie zich tot Tulpenborgh, waar bewoners (of hun ouders) aanvullend moeten betalen voor het gebruik van de gezamenlijkeruimte? 

7. Is het college van mening dat de gemaakte afspraken tussen de bouwonderneming (tevens verhuurder) en de gemeente voldoende expliciet zijn vastgelegd en transparant zijn gecommuniceerd naar alle betrokken partijen, met name de ouders van de bewoners? 


8. Heeft de gemeente voorwaarden verbonden aan de verkoop van de grond (waarvan wordt gesteld dat deze onder gunstige voorwaarden is gegund), bijvoorbeeld omtrent het betaalbaar houden van de totale woonlasten voor de doelgroep? Zo ja, kan het college deze voorwaarden delen? 


9. Is het college bereid om in gesprek te gaan met de verhuurder en de stichting Tulpenborgh om te zoeken naar een oplossing waarbij het gebruik van de gezamenlijke ruimte alsnog binnen de sociale huurgrens kan worden gebracht of anderszins bekostigd kan worden zonder beroep op de ouders? 


10. Hoe waarborgt het college in algemene zin dat bij sociale woonprojecten voor kwetsbare doelgroepen niet alleen de kale huur maar ook de bijkomende woonlasten (zoals voor gemeenschappelijke ruimtes) betaalbaar blijven? 


11. Zijn er meer wooninitiatieven binnen de gemeente Noordwijk waarbij vergelijkbare situaties spelen? Zo ja, hoe wordt hiermee omgegaan? 


12. Welke stappen is het college bereid te nemen om in de toekomst te voorkomen dat bewoners van sociale wooninitiatieven, met name kwetsbare doelgroepen zoals jongvolwassenen met een beperking, worden geconfronteerd met onvoorziene extra kosten buiten de sociale huur om, bijvoorbeeld voor gemeenschappelijke ruimtes? Overweegt het college hierbij het opstellen van striktere voorwaarden bij gronduitgifte of betere toetsing van de exploitatieplannen? 

Schriftelijke vragen: Niet betrekken gemeenteraad bij principeverzoek Tiny Vibes ondanks bindendadviesrecht

Inleiding 
Op 8 juli 2025 heeft het college een negatieve grondhouding ingenomen ten aanzien van het principeverzoek van Tiny Vibes voor de realisatie van 25 tijdelijke woningen in het buitengebied van Noordwijk. De locatie valt onder het beschermde bollengebied. De gemeenteraad heeft in een eerder stadium besloten dat initiatieven voor (tijdelijk) wonen in het buitengebied vallen onder het bindend adviesrecht van de raad. Uit de raadsbrief blijkt dat de gemeenteraad in deze casus niet is geraadpleegd, terwijl dat op grond van deze raadsafspraak wel had gemoeten. 
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 29 augustus 2024 geoordeeld dat het college het adviesrecht van de gemeenteraad niet mag passeren, ook niet bij een voorgenomen negatieve beoordeling van een aanvraag (Link naar jurisprudentie: ECLI:NL:RBZWB:2024:5780).

De fractie heeft de volgende vragen: 
Vragen: 
1.  Is het college ermee bekend dat het principeverzoek van Tiny Vibes, gericht op tijdelijk 
wonen in het buitengebied, valt onder de categorie waarvoor de gemeenteraad eerder 
expliciet het bindend adviesrecht heeft vastgesteld? 


2.  Kan het college toelichten waarom de gemeenteraad in deze casus niet is geraadpleegd, ondanks deze expliciete raadsafspraak? 


3.  Deelt het college de opvatting dat een voorgenomen negatieve beoordeling geen reden mag zijn om het bindend adviesrecht van de gemeenteraad niet toe te passen? Zo nee, waarom niet? 


4.  Is het college bekend met de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2024:5780), waarin wordt gesteld dat het college het bindend adviesrecht van de gemeenteraad moet respecteren, ook bij negatieve beoordeling? Zo ja, hoe verhoudt de gevolgde werkwijze zich tot deze uitspraak? 


5.  Is het college bereid de gevolgde procedure te herzien en de gemeenteraad alsnog formeel te betrekken bij het besluit over het principeverzoek van Tiny Vibes, conform het eerder vastgestelde adviesrecht? 


6.  Welke stappen gaat het college nemen om te waarborgen dat het bindend adviesrecht van de gemeenteraad in de toekomst in vergelijkbare situaties structureel en tijdig wordt toegepast, ongeacht de voorlopige beoordeling van het college? 

Schriftelijke vragen: De invulling van de rol, verantwoording en toegevoegde waarde van de StichtingEconomic Board Duin- en Bollenstreek (EBDB)

Aanleiding 
De Stichting Economic Board Duin- en Bollenstreek (EBDB) is opgericht met de ambitie om bovenlokale, 
economische en maatschappelijke opgaven in de regio Duin- en Bollenstreek aan te jagen. Door de inzet op 
samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers (de zogenaamde triple helix), kan de EBDB in 
theorie een unieke positie innemen als strategisch verbinder en versneller. De complexe vraagstukken 
waarvoor onze regio staat, zoals verduurzaming van de economie, arbeidsmarktkrapte, innovatie in de 
maakindustrie en toekomstbestendige bollenteelt, vragen inderdaad om samenwerking die 
gemeentegrenzen overstijgt. 
Het is dan ook positief dat de EBDB deze rol serieus neemt en daar in 2024 werk van heeft gemaakt. Zo is er 
een netwerk opgebouwd, zijn er projecten ondersteund en is gestart met het ontwikkelen van een monitoringskader onder begeleiding van Ecorys. Dit zijn belangrijke stappen richting transparantie en 
professionalisering. De jaarlijkse rapportage toont daarnaast een brede inzet op de vijf inhoudelijke pijlers 
die de EBDB zichzelf heeft gesteld. 
Tegelijkertijd roept diezelfde jaarrapportage 2024 bij onze fractie serieuze vragen op over de mate waarin deEBDB in de praktijk werkelijk haar beoogde strategische rol waarmaakt. In meerdere gevallen blijkt dat de 
projecten waarop EBDB zich profileert, oorspronkelijk afkomstig zijn van andere regionale partijen, zoals de 
Greenport of onderwijsorganisaties. Deze initiatieven hadden veelal ook zonder tussenkomst van de EBDB 
tot stand kunnen komen. De toegevoegde waarde die EBDB belooft, het creëren van ‘cross-overs’ tussen 
sectoren, het verbinden van netwerken, het aanjagen van innovatie, blijft in de rapportage grotendeels 
impliciet en wordt zelden concreet onderbouwd. Juist dat strategische onderscheidend vermogen zou de 
kern van het bestaansrecht van de EBDB moeten zijn. 
Daarnaast valt op dat de rapportage met name gericht is op wat er in beweging is gezet, en nauwelijks stil 
staat bij wat is gestagneerd of niet van de grond is gekomen. Op inhoudelijke speerpunten zoals 
campusvorming, digitalisering, toerisme en internationale samenwerking lijkt in 2024 weinig of geen 
voortgang te zijn geboekt, maar hierover ontbreekt een eerlijke reflectie. Ook het monitoringskader van 
Ecorys bevat nog geen meetbare outcome-indicatoren; het taalgebruik blijft vaag en procesgericht (“er 
wordt gekeken naar…”), zonder toetsbare conclusies. 
Als gemeenteraad vinden wij het belangrijk dat publieke middelen effectief en doelgericht worden ingezet, 
dat de rolverdeling tussen gemeente en externe partners helder is, en dat er open, toetsbaar en evenwichtig wordt gerapporteerd, inclusief over wat niet lukt. Alleen dan kunnen we de werking van organisaties als de 
EBDB zuiver beoordelen. Om die reden stellen wij u de volgende vragen. 

 

1.  Hoe beoordeelt het college de mate waarin de EBDB in 2024 daadwerkelijk heeft bijgedragen aan 
samenwerking of innovatie die zonder de EBDB niet van de grond zou zijn gekomen? Kunt u daarbij 
specifieke projecten noemen waarin deze toegevoegde waarde overtuigend zichtbaar was? 
 
2.  De EBDB noemt het stimuleren van cross-overs tussen sectoren als kerndoel, maar deze zijn in de 
rapportage nauwelijks concreet terug te vinden. 
Deelt het college de indruk dat de intersectorale verbindingen in 2024 beperkt zijn gebleven? En 
welke rol ziet het college voor EBDB om hierin scherper te sturen of te rapporteren? 


3.  De EBDB geeft aan regelmatig inhoudelijk te moeten bijsturen op projectaanvragen die onvoldoendezijn uitgewerkt. 
Hoe verhoudt deze werkwijze zich tot de eerder uitgesproken wens van de gemeenteraad dat de 
EBDB géén uitvoerende taken op zich neemt? Worden er regionaal of lokaal grenzen gesteld aan de 
rol die EBDB hierbij mag vervullen? 


4.  Op thema’s als campusvorming is in 2024 geen voortgang geboekt, terwijl dit in de rapportage niet 
wordt benoemd. 
Is het college van mening dat de rapportage hiermee een evenwichtig en realistisch beeld geeft van 
de prestaties? En hoe wordt geborgd dat ook vertragingen, mislukkingen of keuzes tot stilstand 
eerlijk worden gedeeld met raden en opdrachtgevers? 
 
5.  De monitoringsrapportage van Ecorys bevat een opzet voor input- en outputmeting, maar ontbreekt nog op outcome-niveau. 
Vindt het college dit voldoende om het maatschappelijk effect van de EBDB te beoordelen? Welke 
aanscherpingen acht het college nodig om de toegevoegde waarde objectiever te kunnen volgen?

6.  Naast campusvorming zijn er ook andere thema’s genoemd in de rapportage waarover weinig tot 
geen voortgang of resultaat zichtbaar is, zoals: 
•  het stimuleren van gezond toerisme; 
•  digitalisering en smart industry 
•  internationale samenwerking; 
•  het concreet maken van maatschappelijke impact. 
Herkenning bij het college deze stilstand op genoemde thema’s? En hoe wordt beoordeeld of de 
EBDB haar inhoudelijke opdracht wel voldoende breed en doeltreffend invult? 


7.  Als blijkt dat de rol van de EBDB in de praktijk onvoldoende onderscheidend is, of te veel overlapt 
met bestaande structuren of ambtelijke taken, is het college dan bereid dit samen met andere 
gemeenten te heroverwegen? 

Schriftelijke vragen: Bouw atrium (multifunctionele raadszaal)

Aanleiding 
De fusie tussen de dorpskernen de Zilk, Noordwijkerhout en Noordwijk in 2019, maakt permanente en passende huisvesting voor de gemeenteraad noodzakelijk. In juli 2021 werden mogelijke scenario’s inclusief financiële bijlage aan de gemeenteraad gepresenteerd. Bij deze QuickScan werden opties in zowel Noordwijk als in Noordwijkerhout meegenomen.  

De gemeenteraad heeft gekozen voor de variant met bebouwing van de binnenplaats van het gemeentehuis te Noordwijk, gelegen aan Voorstraat 42 (opbrengst stemming: 81% voor en 19% tegen). Het college werd gevraagd om het plan verder uit te werken en de financiële consequenties (1.817.750 euro) mee te nemen in de begroting van 2022 en volgende.  


Na ruim 3,5 jaar is er echter nog altijd niet gestart met de noodzakelijke bebouwing, omdat er nog geen concreet plan aan de raad was gepresenteerd. 

Tijdens de behandeling van de Perspectiefnota 2024 werd een amendement van PvdI, VVD, CDA en NZLokaal met grote meerderheid aangenomen om een nieuw te bouwen Atrium in Noordwijk op de bezuinigingslijst te plaatsen. Omdat de Perspectiefnota uiteindelijk niet werd aangenomen, verviel 
dit amendement. Een nieuw amendement met gelijke strekking werd door dezelfde partijen 
ingediend tijdens de Begrotingsraad op 5 november 2024. Deze werd opnieuw met overtuigende 
meerderheid  aangenomen.  

De gemeenteraad geeft het college de opdracht om geen uitvoering te geven aan kostenpost exclusief voorbereidingskrediet (300.000 euro) van (ver)bouw Atrium Noordwijk (behoudens de reeds gemaakte kosten) tot een raad brede commissie in Q1 2025 waarin duidelijkheid wordt verschaft en de volgende zaken aan bod komen:  
• Onderbouwd plan met begrotingskader over de kosten van de te bebouwen binnentuin tot een multifunctionele raadzaal met de uitsplitsing in kosten tussen uitsluitend de raadzaal en andere zaken zoals verplaatsing Klant Contact Centrum (KCC), verplaatsing griffie. 
• Onderbouwd plan met begrotingskader voor de verbouwing van een multifunctionele raadzaal in Noordwijkerhout.  
• Beide plannen moeten uitgaan van minimale investeringen voor representativiteit en functionaliteit.  
• Er moet inzicht gegeven worden in de toekomstige exploitatiekosten van beide locaties. 
•Te onderzoeken in hoeverre de huidige locaties voldoende ruimte bieden aan het groeiend aantal fte’s. 

De begroting 2025-2028 is door de gemeenteraad goedgekeurd. Het voorbereidingskrediet, 
horende bij het onderwerp Atrium, staat in diezelfde begroting op 0 euro.

Als gevolg van deze wijziging is de uitwerking van de plan rondom het Atrium on hold gezet en nieuwe uitwerkingen worden hiermee financieel geblokkeerd. Uit de presentatie ‘Scenario’s raadzaal Noordwijkerhout en Atrium Noordwijk’ tijdens de commissievergadering van 25 maart 2025 blijkt dat het aangenomen amendement om het investeringsproject ‘Atrium Noordwijk’ on hold te zetten, echter niet wordt uitgevoerd.  

In de komende Perspectiefnota staat dat er een voorbereidingskrediet van 300.000,- euro beschikbaar is gesteld, waarvan 150.000,- euro reeds is uitgegeven. In de door de gemeenteraad vastgestelde begroting staat deze post echter op 0,-. 

HELDER, NZLokaal, CDA, VVD en Partij van de Inwoners constateren de volgende zorgelijke punten: 
1.  Er worden momenteel kosten gemaakt zonder dekking; 
2.  De presentatie van de ontwerpen is onvolledig, geeft een onduidelijk beeld van de scenario’sen voldoet niet aan de in het amendement gevraagde data.  

HELDER, NZLokaal, CDA, VVD en Partij van de Inwoners constateren op basis van de volgende punten: 
Kostenopbouw ontbreekt voor Noordwijk:  
De kostenopbouw voor het plan in Noordwijk ontbreekt in tegenstelling tot het plan in Noordwijkerhout, er werden geen onderliggende kostenblokken gepresenteerd. De in het amendement gevraagde uitsplitsing op onderdelen ( werkzaamheden, inrichting, verplaatsing KCC/griffie etc.) ontbreekt in Noordwijk.  

De gepresenteerde afschrijvingskosten zijn niet verifieerbaar. Bij de basisvariant wordt een bouwkost van 2.026.756 euro genoemd. De afschrijving over 40 jaar bedraagt 50.668,90 euro. In de presentatie wordt de afschrijving gekoppeld aan 80.310,21 euro. Er zit hier dus een verschil van 29.641,31 euro tussen. Het verschil is niet te herleiden. 

De kosten voor de architect, adviseurs, projectbegeleiding en dergelijke worden bij beide plannen niet expliciet vermeld. Deze laatste kosten vallen onder een voorbereidingskrediet. Hierdoor bestaat er geen transparant beeld over de feitelijke totale kosten. 

Exploitatiekosten ontbreken of zijn onvolledig: 
Enkel de huidige exploitatiekosten werden in de presentatie over Noordwijkerhout getoond. De toekomstige exploitatiekosten zijn niet opgenomen. In de presentatie van Noordwijk ontbreken überhaupt exploitatiekosten. 

Onjuiste basis voor werkplekberekening: 
Er wordt gerekend met medewerkers in plaats van met de in het amendement gevraagde fte’s. Ruimtebeslag wordt dus puur op medewerkers gebaseerd, terwijl fte’s mogelijk een andere behoefte aan werkruimte geeft.  
Het is onduidelijk in hoeverre de buitendienst medewerkers, zonder werkplek, onderdeel uitmaken van de opsomming van het totaal aantal medewerkers. 

De arbonorm voor benodigde m2 wordt niet genoemd, terwijl deze essentieel zijn voor een inschatting van de ruimtevraag.  

Duinwetering wordt genoemd als bestaande locatie, maar is feitelijk nog niet gerealiseerd. Status 
vooralsnog onbekend. 

Onvolledige presentatie begrotingsinformatie: 
Ondanks dat er geen voorbereidingskrediet is vastgesteld worden er nieuwe voorlopige ontwerpen 
gepresenteerd. In de presentaties wordt niets gemeld over parkeerdruk of parkeernormen. Dit is mogelijk 
kostenverhogend. 

Over het algemeen gebruiken medewerkers een personeelsingang. Wijzigingen ten opzichte van eerdere ontwerpen op onder andere dit onderdeel zijn niet toegelicht. Onder de vergelijking varianten staat klein en cursief opgenomen ‘investeringkrediet 2.006.953 opgenomen in begroting 2024, waarvan 300.000 euro voorbereidingskrediet’. Dit staat echter niet opgenomen in de begroting 2024. In begroting 2025 staat bij investeringen een bedrag van 1.707.000 euro en bij voorbereidingskrediet 2025 0 euro. 

Geen transparantie over huisvestingsstrategie: 
Er ontbreekt een analyse over mogelijke reductie in aantal locaties, terwijl het amendement vraagt te onderzoeken of we toe kunnen met minder locaties. De structurele nadelen van het handhaven van 3 locaties (Voorstraat, Duinwetering en Herenweg) zijn onvoldoende meegenomen in de presentaties. 
 
HELDER, NZLokaal, CDA, VVD en Partij van de Inwoners, wensen meer (in)zicht op het geconstateerde om zo haar controlerende taak uit te voeren en stelt daarom schriftelijke vragen: 


Vragen 
1.  Is het college bereid om per ommegaande te stoppen met verder planvorming en 
ontwerpontwikkeling die in strijd is met het amendement? 
2.  Kan het college op de meest korte termijn transparantie bieden over de reeds gemaakte 
kosten, inclusief verantwoording over de dekking ervan? 
3.  Op welke termijn stelt het college een hernieuwde, complete presentatie (inclusief 
exploitatievergelijkingen, locatieanalyse en budgettaire dekking) ter beschikking aan de 
gemeenteraad? 
4.  Welke aanvullende informatie verstrekt het college de gemeenteraad om alsnog aan het 
amendement te voldoen? 
5.  Is de portefeuillehouder bereid om in een van de komende commissievergaderingen in te 
gaan op het geconstateerde?  

 

 

Bronnen:

Gemeenteraadsvergadering 13 juli 2021, agendapunt 7.b.3: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/8700a599-4646-4969-8641-73a3a44cfbed

  
QuickScan ‘Huisvesting raad inclusief financiële bijlage: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/8700a599-4646-4969-8641-73a3a44cfbed?documentId=841208c9-ba0c-46a1-98fb-cdf025ff45fe&agendaItemId=1a9dd501-c53c-4a37-a691-87bf95cf2dbd

  
Begrotingsraad 5 november 2024:  
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/d399b8f5-5cdc-4b19-b116-95ab198ce568

  
Amendement over het on hold zetten bouw Atrium Noordwijk, agendapunt 3.a.7: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/d399b8f5-5cdc-4b19-b116-95ab198ce568?documentId=9bd6f3a9-ff3c-4607-a94a-db6f0849c5d7&agendaItemId=0d0e78f2-67ad-495f-9007-8b600cf7ebad

 
Commissievergadering 25 maart 2025, agendapunt 5: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/0b8a8df2-e376-4ed4-ab0f-3c750c23ad6f

Presentatie Atrium Noordwijkerhout: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/0b8a8df2-e376-4ed4-ab0f-3c750c23ad6f?documentId=eada5a0f-d158-45a4-a1e7-91f03ff0f3ef&agendaItemId=b3dfa588-2635-4f31-b439-8cab26d106c3

  
Presentatie Atrium Noordwijk: 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/0b8a8df2-e376-4ed4-ab0f-3c750c23ad6f?documentId=37c8c7a7-ced8-4185-b008-95b9bd9ba908&agendaItemId=b3dfa588-2635-4f31-b439-8cab26d106c3

  
Perspectiefnota 2026-2029 (pagina 27): 
https://noordwijk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/7a053847-f5b1-461c-b428-acffd05c6c31?documentId=a0ca41c5-6de6-4f94-88b7-edb039a43e37&agendaItemId=9dbfd6e5-9156-4314-89de-af2f4587f6d8

 

Opiniestuk: Besturen doe je samen

Opiniestuk: Besturen doe je samen, niet vanaf de zijlijn

In Gemeente Noordwijk staan we voor grote uitdagingen. Betaalbare woningen, een leefbare openbare ruimte, druk op voorzieningen. Het vraagt om bestuurders die verantwoordelijkheid nemen, geen partijen die zich ingraven in principes.

HELDER is ontstaan vanuit de overtuiging dat we onze dorpen Noordwijk, Noordwijkerhout en De Zilk alleen sterker maken als we samenwerken. Niet op basis van dogma’s, maar vanuit wat werkt. Onze wortels liggen in diverse stromingen, van sociaal beleid tot duurzame innovatie. Wat ons verbindt is de wil om te doen wat nodig is, in plaats van wat mooi klinkt.

Steeds vaker zien we partijen in de gemeenteraad die zich profileren op uitsluiting. Die van tevoren bepalen met wie ze wel en niet willen praten. Die zeggen voor inwoners te zijn, maar bestuurlijke verantwoordelijkheid uit de weg gaan zodra het lastig wordt. Dat helpt niemand vooruit. Het leidt tot stilstand, tot teleurstelling en vooral tot afhakende inwoners.

Besturen is geen theoretische oefening. Het vraagt om luisteren, onderhandelen en keuzes maken, ook als die niet altijd voor de achterban perfect zijn. Wie alleen wil praten met gelijkgestemden, kiest niet voor resultaat maar voor oppositie. Gemeente Noordwijk verdient meer dan dat.

HELDER kiest een andere weg. Wij sluiten niemand uit. We zoeken verbinding met ondernemers, inwoners, verenigingen en politieke collega’s, juist omdat we weten dat goede oplossingen zelden zwart wit zijn. In plaats van symboolpolitiek kiezen wij voor een praktische koers. Woningen bouwen die betaalbaar zijn, zorg toegankelijk houden, onze dorpen leefbaar maken. Niet vanuit een Haagse agenda maar met de voeten in de klei van onze drie dorpen.

We nodigen inwoners uit om die koers te steunen. Bent u iemand die gelooft in realistische oplossingen, in beleid dat werkt en voelt als van uzelf? Dan is HELDER uw partij. Niet de hardste roeper, wel de partij die het verschil maakt. Niet ideologisch ingegraven maar constructief en betrokken.

De stem die Gemeente Noordwijk vooruithelpt is een heldere stem. Doe mee.

HELDER Noordwijk

Image

Onze socials

Onze locatie

De Keuvel 40
2201 MB Noordwijk

Vragen?